TONNI VAN SOMMEREN , HANS KOSTER
TONNI VAN SOMMEREN – beelden & wandobjecten
HANS KOSTER – beeldconstructies
29 augustus t/m 26 september 1998
Wat het eerst opvalt bij het werk van beeldend kunstenaar Tonni van Sommeren is zijn materiaalgebruik. Piepschuim, pur, schuimrubber, materialen die doorgaans een verborgen bestaan leiden als isolatiemateriaal of opvulling; “kitscherig” harig textiel dat zijn toepassing vindt in kledingstukken en meubels die duurder moeten lijken dan ze zijn.
De ‘iconen van het triviale’ zoals de kunstenaar zijn objecten noemt, zijn vertrouwd. Een hond of een kledingstuk van schuimrubber of piepschuim, een portret geknipt uit een harige textiele ondergrond en tentoongesteld als een klassiek schilderij.
Met het maken van vertrouwde beelden uit materialen die iedereen kent, maar die vanwege hun ‘dienende’ functie niet als op zichzelf staand en dus niet als interessant worden ervaren, geeft de kunstenaar codes en clichés weer ruimte.
(Tonni van Sommeren is in 1994 afgestudeerd aan de Hogeschool voor de Kunsten Arnhem, afdeling vrije kunst)
Hans Koster: De reële illusie
De benadering van figuratieve schilderkunst als een gelijkende weergave van de direct waarneembare realiteit is een kansloos, zo niet onzinnig standpunt. Het platte statische karakter van een oppervlak is, per definitie, ontoereikend om de complexe realiteit (volume, beweging, geluid, geur) geloofwaardig weer te geven.
Niet dat figuratieve schilderkunst geen bestaansrecht heeft, of het maken van een afbeelding onmogelijk is, alleen de volgorde ‘realiteit → schilderij’ is verkeerd. Ze ontkent het schilderij als een zelfstandig object. In de reeks ‘schilderij ← afbeelding ← realiteit’ ligt de nadruk op de beeldende kwaliteiten van het schilderij. De realiteit moet zich schikken en omgezet worden in een optische frictie, waarmee het probleem van afbeelden, uiteraard, in de waarneming aan de orde wordt gesteld.
Figuratieve schilderkunst is geen weergave van de realiteit, maar een visuele ervaring van een afbeelding van de realiteit, waarbij het woord ‘afbeelding’ niet correspondeert met het Griekse ‘eicon’, maar met ‘eidelon’ (schijnbeeld, droombeeld): afbeeldingen met een gewijzigde inhoud en een geconstrueerde verschijningsvorm: beeldende beelden.