LUIS ACOSTA

LUIS ACOSTA

17 december 1994 t/m 14 januari 1995

wandobjecten, textiel

De Argentijns-Nederlandse textielkunstenaar Luis Acosta voltooide in 1988 zijn opleiding aan de Gerrit Rietveld Academie te Amsterdam en ontving in hetzelfde jaar een eervolle vermelding tijdens de International Textiles and Fashion Design Competition in Stuttgart (D) voor zijn serie hoeden.

Als deelnemer aan de International Seminar for Young Textile Designers maakte Acosta in 1989 een studiereis naar Prato (I). Daarnaast heeft hij tentoonstellingen gehad, o.a. in Argentinië, Japan, Italië, Denemarken, Duitsland en Nederland.

Hij schrijft onder meer artikelen over zijn ontwerpmethode van stoffen voor het Nederlandse respectievelijk Spaanse tijdschrift Textiel Plus en Oficio+Arte.

Sinds 1993 is hij correspondent voor de Argentijnse en Spaanse tijdschriften Tramemos en Arte Facto. Daarvoor publiceerde hij artikelen over textieltentoonstellingen in Nederland en in elk nummer wordt een Nederlandse textielkunstenaar belicht.

Hoewel Acosta actief cursussen blijft geven in Nederland en Spanje voor het ontwerpen van geweven stoffen, hebben zijn actuele werken niet veel van doen met weeftechnieken. Voor hemzelf bestaat er tussen zijn beide soorten werken wel een verband. Dit verband betreft naast de wijze waarop kleuren worden toegepast, tevens de in elkaar passende geometrische structuren die de uitgangspunten voormen voor Acosta’s werk.

Hij denkt bij vormgeving in vlakken. Hierdoor ontstaan de uiteindelijke wiskundige figuren, die ondanks dat ze geïntegreerd zijn in de vormgeving, toch duidelijk los van elkaar staan, waardoor ze een ruimtelijk effect creëren.

Voor zijn huidige werkzaamheden, het maken van doorzichtige textiele (wand)objecten, gebruikt Luis Acosta wateroplosbare stof en naaimachinegarens.

Omdat het basismateriaal in water oplosbaar is en men het eenvoudig kan knippen of toevoegen, denkt Acosta na over de vele toepassingsmogelijkheden van het materiaal. Eén van de werkwijzen is het ‘spelen’ met één of meerdere lagen materiaal, waardoor soms een intrigerende kruising ontstaat die de indruk wekt alsof er een gevlochten werk is gecreëerd.

Het resultaat is een doorzichtige structuur van garens die een fragiele indruk wekt en toch volgens een vast patroon geordend is. Men kan het geheel op diverse manieren draperen, waardoor telkens een andere indruk verkregen wordt, of de werken spannen op de muur met dunne spijkertjes.

Bij het creëren van zijn laatste werken heeft Acosta zich laten inspireren door een weefpatroon. Hij heeft kleine gerafelde lapjes gekleurde zijde gebruikt om de positie van de draden in de binding aan te geven. Hij heeft ernaar gestreefd een driedimensionaal effect te bereiken door het werken met twee kleuren satijnen band of gekleurde zijde. In het eerste werk zijn twee elkaar confronterende figuren zichtbaar, het tweede werk laat verschillende kleuren zijden van één of meer kubussen zien.

Voor de achtergrond van deze kubussen is een wiskundige manier gebruikt bij het bepalen van de combinatie voor de twee kleuren, waardoor het eindresultaat een sterk kleurverloop suggereert.

Een monumentaal werk dat bestaat uit 3600 gescheurde rechthoekige lapjes katoen, is in twee kleuren uitgevoerd.