Er was eens een suïcidale pinguïn die helemaal op was van het leven. Hij had het gevoel dat hij geen doel had en dat niemand hem begreep.
Op een dag besloot de pinguïn om zichzelf van het leven te beroven door zich in de zee te storten. Maar op het moment dat hij de sprong wilde wagen, gebeurde er iets vreemds.
Er kwam een schitterend wonder uit de hemel neerdalen, en het was net alsof de pinguïn plotseling helemaal anders zag. Hij zag kleuren en vormen die hij nooit eerder had gezien, en hij voelde zich alsof hij in een droom was beland.
De pinguïn begon te lachen en te dansen, en hij voelde zich helemaal niet meer suïcidaal. Hij had het gevoel dat hij alles aan kon en dat het leven weer vol mogelijkheden was.
Maar toen begonnen de hallucinerende effecten van het schitterende wonder steeds heftiger te worden, en de pinguïn voelde zich steeds verder wegdrijven van de werkelijkheid. Hij begon te denken dat hij een koninklijke pinguïn was, met magische krachten en een eeuwige levensduur.
Uiteindelijk belandde de pinguïn in een soort van feestparadijs, waar hij de hele nacht bleef dansen en lachen met alle andere hallucinerende wezens. Het was alsof hij in een droom was beland, en hij had het gevoel dat hij nooit meer naar de werkelijkheid terug zou moeten.
En zo eindigde het verhaal van de suïcidale pinguïn, die was veranderd in een gelukkige, hallucinerende pinguïn die voor altijd zou blijven dansen in zijn droomparadijs.