VIDEOWEEK diverse kunstenaars

VIDEOWEEK

Sign organiseert van 7 september t/m 15 september 2002 een videoweek met een Hoofdprogramma, Open video podium en ‘Wildbeamen’ in de stad op 4, 5 en 6 september.

opening: zaterdag 7 september om 17.00 uur met een lezing over videokunst van Erik Alkema (genomineerd voor de 1 minuten video 2001/ Sandberg Instituut Amsterdam)

Sign is deze week elke dag open van 13.00 – 22.00 uur, maandag gesloten.
De Videoweek is een samenwerking van Sign met de kunstenaar Wouter Jansen. Hij behartigt de technische zaken, de website www.happyconomy.nl/videoframe.htm en tevens verzorgd hij met enkele andere kunstenaars het ‘Wildbeamen’ in de stad Groningen.

De videoweek bestaat uit drie onderdelen:
1. Hoofdprogramma in Sign; non-stop geselecteerde video’s te horen en te zien.
2. Open Video podium in de kelder van Sign.
3. Wildbeamen in de stad, door Wouter Jansen/ happyconomy, Elmar Kuiper, Bertin van Vliet, op 4, 5 en 6 september, vanaf 21 uur.

1. Het hoofdprogramma bestaat uit een compilatie van door Sign geselecteerde videowerken van 24 (pas) afgestudeerde kunstenaars uit het hele land. Er is een divers programma samengesteld van bijna 3 uur dat opgebouwd is uit films van 30 seconden tot 15 minuten. het programma wordt groot geprojecteerd in de achterste ruimte en is gelijktijdig te volgen voorin de kunstruimte via monitoren.
Deelnemers en programma:
1. Heimir Bjorgfulsson, ‘Blow up’ , 2001
2. Erica Verweijden, geen titel, 2001
3. Mirao Pingel, ‘Dude the Hero’, 2002
4. Evelien Krijl, ‘Haar’, 2002
5. Radek Dabrowski, ‘Wo ist der Mensch’, 2002
6. Wouter Jansen, ‘Lieftallig kleinschalig terrorisme’, 2002
7. Guido Rainier van Troost, ‘Voorbereidingen tot luisteren’, videodrieluik, 2001 (zie ook archief 2001)
8. Bertin van Vliet, ‘The Bathroom Scenes’, 2002
9. Nora Martirossyan, ‘Za’chiki’, 2001 (zie ook archief filmproject 2003)
10. Thomas Bagge, ‘Landevei’, 2002
11. Erik Alkema, ‘Space Odyssey’, 2002 (zie ook archief 2001)
12. Simone Bennett, ‘Trilogy’, 2002
13. Frank Mulder, ‘Drup’, 2001 (zie ook archief Zwier & Frank Mulder 2002)
14. Michiel van der Zanden, ‘Toy Confusion’, 2002
15. Kai Jansen, ‘Bist du bei mir’, 2002
16. Petra Koonstra, ‘Who killed bear’, 2002
17. Thomas Bagge, ‘A Picture of a Landscape’, 2002
18. Guido Rainier van Troost, ‘Small apocalypses prt. 1/ 8 Small electronics prt. 1’, 2002
19. Constant Dullaart, ‘The mean times, version 39’, 2002
20. Erik Alkema, ‘Trailer one’, 2001 (zie ook 2001)
21. Frank Mulder, ‘Haar’, 2001 (zie ook archief Zwier & Frank Mulder 2002)
22. Anne de Vries, z.t., 2002
23. Ivar Suurendonk, ‘Bergen op Zoom’, 14-02-2001
24. Heike Tjepkema, ‘Luchtpak’, 2001
25. Arjen Boerstra, ‘Ballonhuisje’, 2000
26. Roald de Boer, ‘Mantelpiece’, 2001
27. Judith Boot, ‘Art Sell’, 2002
28. Nicky Zwaan, ‘Hangen’, 2000
29. Elmar Kuiper/ Wouter Jansen, ‘De Wildplasser’, montage wildbeamen in Groningen 4 t/m 6 september 2002 (zie ook archief 2001 voor meer info kunstenaars)

2. Het open video podium kan men beschouwen als een vrije inbreng van artistieke video’s door professionele kunstenaars waarbij geen beperking is t.a.v. tijdsduur, genre of inhoud.
In de kelder van Sign staan monitoren met koptelefoons opgesteld. de bezoeker kan hier gaan zitten en naar behoefte ‘zappen’ door de hele voorraad tapes die alfabetisch gerangschikt zijn.
Deelnemers: Jochem Tames, Henry J. Alles, Lizette Veenhuizen, Mirao Pingel, Arjen Boerstra, Vos & van Veen, Eddy Keyzer, Michiel van der Zanden, Paula Kramer, Jeroen van Kooten & Anno Siemonsma, Sabina Krabbenhoeft, Heleen Haverman, Elmar Kuiper, Bertin van Vliet, Regina Broersma.

3. Het ‘Wilbeamen’ is een project van Wouter Jansen/ Happyconomy i.s.m. enkele andere kunstenaars, o.a. Elmar Kuiper en Bertin van Vliet.
Het wildbeamen zal plaatsvinden op 4,5,6 september voorafgaand aan de Videoweek, waarbij bovenstaande kunstenaars op pad gaan om de Groninger binnenstad te verfraaien met speciaal voor deze gelegenheid gemaakte films. Op gebouwen en schuttingen zullen ‘s avonds en ‘s nachts onverwachte videoprojecties verschijnen. Door middel van een digitale camera gekoppeld aan een data-videobeamer en aggregaat wordt er vanuit het dak van een Deux Chevaux geprojecteerd.
Niet alle locaties staan vast, maar in ieder geval zijn de volgende plekken bekend;
4 september 21.00 uur Oude Stationsweg onderdoor, zichtbaar vanaf het NS Hoofdstation. Projecties: Wouter Jansen, Elmar Kuiper.
5 september 21.00 uur Groninger Museum (Starck paviljoen) zichtbaar vanaf de Ubbo Emmiussingel. Projecties: Bertin van Vliet.
6 september 21.00 uur Boterdiep links van Simplon. Projecties: Elmar Kuiper, Wouter Jansen.

De Videoweek is mede mogelijk gemaakt door:
Botman beeld & geluid, Academie Minerva, CBK Groningen, Niggendijker, De Kudde Gn., Sleaze, Bertin van Vliet, Wouter Jansen, Elmar Kuiper en allen die hebben meegewerkt.
Over een aantal video’s

2 Erica Verweijen – Geen Titel
“Mijn werk is dat van een onbekwaam regisseur. Voor de rest zoek ik de nuance tussen de 0-0 van Cambuur en de dood van Robert Kennedy. Wat me bezighoudt: Alles wat niet gebeurt op een ijsbaan. een verloren partijtje midgetgolf. De douchegordijn ringen van Mark Klein-Essink en de briefwisseling tussen twee tienermeisjes. Onder andere.”
Erica Verweijen (Krimpen aan de IJssel, 1977, afgestudeerd in 2001 aan Gerrit Rietveld academie)

3. Mirao Pingel, ‘Dude the Hero’,
2002 , 6 min.
“Technique: The film consists of many sequences that were first painted and than scanned and manipulated in Flash. The loose sequences were then pieced together in Premiere along with the music and sounds.
My idea was to create a short satirical animation which reflects certain aspects of life in a very short and blunt way. Aspects such as the meaning of life and love. How the play of events in somebodies life can suddenly take new and different shape from whaat they originally expected.
Furthermore it also reflects my sence of humour both in the naiveness of picture and in the choice of words for the poetry. “In the Pacifistic Ocean there is a isle aweat lingered and bathed in the sunshine heat.”
(Mario Pingel is in 2002 afgestudeerd aan academie Minerva)

7. In het werk van Guido Rainier van Troost (Amstelveen, 1977) heeft de technologie, als , meestal zelfgebouwde, met de hand te bedienen machines een dubbelrol. Ten eerste als middel om de natuurlijke orde der dingen te kunnen ontstijgen of trotseren, vervolgens om deze orde in de vorm van controleverlies, zelfgecreëerde overmacht, vallen en falen van de telkens opnieuw proberende kunstenaar in ere te herstellen.
De kunstenaar heeft hier de rol van een kruising tussen wetenschapper en slapstickacteur. De vruchteloze poging, de esthetiek van vergane heroïek, het niet slagen als vooropgezet plan, zoeken en proberen lijken zo het belangrijkst.

Voorbereidingen tot luisteren – videodriesluik
-een relatie tussen overzichten en overalls-
Via een takelmachine, hijst de kunstenaar zichzelf in de broek aan welke hij zichzelf omhoog en terug naar beneden takelt aan een lantaarnpaal. Bij terugkomst op de grond wordt ook de broek weer uit getakeld.
-een poging het hoofd los te koppelen-
Via een fietsconstructie met bevestigd bureaublad wordt deze keer de tocht tegen de zwaartekracht ondernomen. Op het hoofd van de kunstenaar zit een helm die middels een elastiek nog aan de grond onder hem zit bevestigd. Op bepaalde hoogte wordt hierdoor de neerwaartse druk op zijn hoofd dermate groot dat deze met een knal op het bureaublad terechtkomt en het hele zaakje noodgedwongen weer naar beneden valt.
-opwaartse val-
De kunstenaar zit op een fietsconstructie onder een snelwegbrug met in zijn handen een evenwichtsbalk. In het openstaande luik in de brug boven hem wordt door het fietsen een karretje met 100 kg. zand naar en tenslotte over de rand getrokken. Dit neerstortende tegengewicht zorgt voor het katapulteren van de kunstenaar aan de door de kracht bezwijkende balk.

10 & 17 Thomas Bagge
“A picture of a landscape” , 2002 miniDV, 2,45 min.
A slowly vanishing image. From snow to snow.
“Landevei/ the Road”, 2002 miniDv, 2,15 min.
A Danish country road where a car passes by once in a white.

11 & 20 Erik Alkema: ‘Uiterlijke schijn. Onder het plaveisel borrelt het moeras. Achter een esthetische façade gaat heel wat bagger schuil.
Mijn werk komt voort uit woede en verbazing, omdat de wereld niet is zoals ze zeggen. Maar ik praat met ze mee, met een lichte stotter, dat wel, maar met een glimlach op m’n gezicht.
In een taal van contrasten en tegenstellingen. Overal is dualiteit en strijd. Ergens onder de oppervlakte, of gewoon recht onder je neus.
In een taal van uitkauwende symbolen ook. Symbolen die nooit meer los zullen komen van hun schijnbaar ingebakken, doch toegekende betekenissen.
De historicus Jeroen Boomgaard bedacht voor mijn werk het woord ‘kwaadsbaarheid’ en schreef daarover: ‘In kwaadsbare werken lopen tegenstellingen hopeloos door elkaar. Lief en gemeen gaan er hand in hand, mens en ding duwen elkaar voort, mooi en onsmakelijk zijn onlosmakelijk verbonden. Het is een wereld op de rand van chaos’.
en verder: ‘alsof alles wat stuk kan, zelf stuk wil maken.’
Onschuld en kwetsbaarheid als dekmantels, of wie weet als geruststellende gedachte.

12 Simone Bennett – Synopsis Trilogy
Voor mijn eindexamen op de Gerrit Rietveld Academie heb ik een filmtrilogy gemaakt. De drie korte films hebben als uitgangspunt krantenartikelen en tabloids, maar verschillen in stijl en materiaal.
Deel 1: “Iedereen kan overal naar binnen”.
3 min 44, dv cam
Slaap lekker vanavond, maar weet wel: de echte expert heeft u gemaarschuwd.
Deel 2: “What are the neighbours doing…”
3 min 10, Super8 kodachrome, super8 kleur negatief.
De paar minuten na een moord, wanneer de tijd lijkt stil te staan.
Deel 3: “Unlike you she will.”
2 min 35, 16mm kodachrome
Een vreemde sport, met als bron een krantenartikel uit 1937 over een filmmaker die zijn dochter liet meenemen door een arend.

13 & 21 Frank Mulders video’s bezitten door het herhalen van bepaalde subtiele handelingen ook een zeker ritueel (hoewel dit niet de enige intentie is van zijn werk).
Frank Mulder:
”Ik zoek vaak naar dingen of situaties die onder controle of in balans gehouden worden. Maar de kans van mislukken moet aanwezig zijn, want dat zijn voor mij namelijk de waardevolle momenten die veel informatie in zich hebben. We hebben geleerd om je aangepast te gedragen en door relativering kun je veel begrijpen en verwerken, maar ga je zo niet voorbij aan de informatie die direct bij je binnenkomt en zo veel kan vertellen over jou en de omgeving? Juist deze informatie leidt volgens mij tot vernieuwing. Dit betekent dat ik het onder controle houden als doel neem en het mislukken probeer te voorkomen. Toch is mislukken uiteindelijk het doel. Ik probeer me steeds dingen te laten overkomen.”
14 Michiel van der Zanden (1979) – “Toy Confusion”
“Door mijn frustraties en ergernissen komt er een bepaalde neiging tot afreageren op gang. Dit is de algehele ‘drive’ achter mijn werk. ik probeer met kritische ondertoon ironie op te wekken en andersom. Mijn beelden zijn heel direct.
Situaties in mijn schilderijen en animaties creëer ik met locaties (achtergrond), personen (mensen, poppetjes) en objecten (bv. machines, bomen). Deze elementen gebruik ik op metaforische wijze; een clown staat voor een kinderlokker. Maar soms is het gebruik van verschillende elementen willekeurig …een voor mezelf niet te verklaren combinatie.
Aan de andere kant gebruik ik verschillende beeldtalen die niet per definitie uit irritatie opkomen, maar uit pure beeldende fascinatie of jeugdsentiment. Zoals kleurboeken, computerspellen, kermis, strips etc. Het werkt als collage, op een scheppende manier, er ontstaat een nieuwe samenhang. “Onze hedendaagse consumptiemaatschappij in nachtmerrie-vorm”. aldus een vriend.
‘Toy Confusion’ is ontstaan uit mijn collages. Ik heb alles onder de scanner gelegd en ben – om het voor mezelf spannend te houden – op de bonnefooi beweging en geluid gaan toevoegen. Een ‘freestyle-trailer’.”

23 Ivar Suurendonk – Bergen op Zoom
(uit Metropolis M , september/ oktober 2001)
“… 1 fotograaf sprong eruit, lukte het beelden te presenteren die nu nog in mijn hoofd rondzweven. Mijn tip: Ivar Suurendonk. Hij fotografeert niet, maar maakt korte videofilms. De scenes zijn echter zo statisch van karakter dat ze toch iets fotografisch houden. Knappe video’s zijn het niet, de charme zit hem in het onderwerp, de verpletterende triestheid ervan, die de geportretteerden van de weersomstuit enorm voor je innemen.
Meest dynamisch is een scene waarin een man en vrouw aan het herstel van een muur van hun huis werken. Onverstoorbaar zijn ze aan het werk, elk met een eigen rol bij het metselwerk… De twee draaien om elkaar heen alsof ze elkaar niet zien staan… Tegelijkertijd lijkt het alsof de reparatie niet de muur van het huis betreft, maar de muur tussen hen in,
Hilarisch was een scene met een stel verklede carnavalsgangers met hoofden van papier-maché in een omvang van twee keer hun lichaam, rustig wachtend voor de loods op vertrek. Hun cartooneske gezichten verraden heftige emoties van vreugde, verdriet en angst, maar de lichamen staan in de ruststand, hand in de zak, plastic tasje in de andere en wachten maar. Ik ook, bij het zien ervan, geen drama ontdekt, maar dat was juist de bedoeling…
… Suurendonk toont zich een getalenteerd chroniqueur van het dagelijks bestaan, met als specialiteit winterse troosteloosheid. Dit is Nederland in februari, dit is het grijze landschap dat wij allemaal zo goed kennen, dit is het leven dat we niet willen of niet kunnen zien, omdat we er midden in staan. Suurendonks beslissing om met videoloops te gaan werken is een goede geweest. Als foto hebben de beelden weinig effect, zijn ze te zeer een vorm van antifotografie, zonder moment suprême. Juist het statische tijdsverloop geeft de beelden hun spanning. de spanning van de niet-gebeurtenis waar elk drama uitgezogen is. Voor mij zijn Suurendonks beelden een soort Kronkels in beeld. Carmiggelt was er trots op als hij het gewone gewoon kon laten, terwijl hij het wel uit het leven lichtte…
Domeniek Ruyters

27 Judith Boot – Art Sell 12 min 35
“Over de overeenkomsten tussen Tell Sell en kunst… Hoeveel mensen kijken naar Tell Sell? Een behoorlijk aantal naar mijn idee, want als er een soort product besproken wordt tussen mensen kent iedereen dat product. Maar hoeveel mensen komen daadwerkelijk iets? Of erger, wie kijkt met een echt geïnteresseerd oog naar die producten? Wie kijkt er met een echt geïnteresseerd oog naar kunst, of wie zou überhaupt kunt kopen?”

28. Nicky Zwaan, ‘Hangen’, 2000
(uit Metropolis M, nr. 5, 2000)
bevestigd aan een verwarmingsbuis hangen twee kinderen te spartelen boven de grond. De oudste, een jaar of zes, vermaakt zich wel met een zak koekjes. De jongste laat er geen misverstand over bestaan dat de situatie haar allerminst bevalt. Ze probeert zich los te wurmen en protesteert uit alle macht. De ouders geven geen sjoege. de vader zit roerloos op de bank en kijkt de andere kant uit. de moeder staat tussen hen in, met de rug tegen de muur. een vlek rond haar voeten suggereert een onzichtbare douche. langzaam zwelt en krimpt de vlek. Een en dezelfde sequentie wordt, eerst voor- en dan achteruit afgespeeld, gecomponeerd tot een oneindig, ongrijpbaar beeld.
Hangen (2000) is gekadreerd als een ingesnoerd tableau vivant: eenheid van handeling, plaats en tijd, de camera-instelling gefixeerd, het kader onwrikbaar. het speelt zich af in een hoek van een ongedefinieerde kamer. Het werk is niet gespeend van theatraliteit, maar de ongebreidelde relatie tussen idee en (ver)beelding geeft het een zeker naturel – (on)werkelijk vanzelfsprekend.
Na te hebben gewerkt met uiteenlopende media en in divers disciplines spitst Nicky Zwaan (1971) zich sinds twee jaar toe op het medium video. In haar videowerk komen haar multidisciplinaire expertises samen. Intuïtie, conceptuele en pragmatische motieven gaan hand in hand.
In de installatie Silverscreen (2000) …
… In het werk van Zwaan vormen middelen en ruimtes, droom en werkelijkheid gelijkwaardige onderdelen. “Mijn werk gaat over echt en onecht, waarbij onecht een eigen wereld vormt, en over ruimtes binnen ruimtes. In plaats van een toevallige werkelijkheid op televisie, die in een nadere toevallige werkelijkheid – de wereld van de toeschouwer – belandt, past de realiteit van de beelden naadloos in de ruimte”. …
(Jellichje Reijnders)