NARDI MASSELINK & MICHEL VAN DER SLUIS

NARDI MASSELINK & MICHEL VAN DER SLUIS

20 oktober t/m 16 november 1996

sculpturen, objecten, installaties, tekeningen

HOE OVERLEVEN KONIJNEN DE WATERSNOOD
“Een groot deel van mijn leven heb ik aan een rivier gewoond. Ik woon in Arnhem, op 5 minuten loopafstand van de Rijn.
De watersnood in 1994 en 1995 heb ik dan ook van dichtbij meegemaakt. De spanning of de dijken het in Gelderland zouden houden, heb ik op de voet gevolgd. Ik werd gegrepen door het dierenleed, het beeld van een angstig konijn in een boom staat mij nog helder voor ogen.
er ontstond een grote drang om overlevingsmiddelen te maken voor konijnen. de bestaande materialen en vormen uit de scheepvaart heb ik gebruikt en omgezet in overlevingsattributen voor konijnen. Rijkswaterstaat heeft mij hierover veel informatie gegeven. Het reddingsvest is op ware grootte gemaakt. Daartegenover staan de schaalmodellen van de overlevingseilandjes. Hierin kunnen de konijnen een veilig onderkomen vinden, overleven, maar ook op reis gaan. Door met deze twee maten te spelen creëer ik een wereld, mijn konijnenwereld. Ik wil de toeschouwer meenemen in deze wereld waaraan ikzelf veel plezier beleef.’
Nardi Masselink (1963 Wageningen, afgestudeerd 1996 aan de Hogeschool voor de Kunsten in Arnhem)

“De evolutie van een tekening waarbinnen in het proces mutaties optreden waarvan de uitkomst een ‘archeologische vondst’ is.”
‘Mijn werk draait om het werkproces. door het gehele proces zitten steeds de aspecten van toeval en inval. de voorstudies zijn uitgangspunten voor het eindresultaat, maar net zo belangrijk.
In de opbouw maak ik gebruik van informatieverlies, iets wat een belangrijk onderdeel uitmaakt van het proces. Informatieverlies dat optreedt bij het kopiëren van het basismateriaal. dit materiaal kan overigens van alles zijn, maar ik wil het uiteindelijk terugbrengen naar een “filmstill”. De kopieermachine kan niet alle details/ contrasten verwerken waardoor er door informatieverlies weer nieuwe informatie/vormen ontstaan.
Als de onderdelen van kopiëren en/of computerbewerkingen zijn afgerond gaat het werk onder de episcoop of in de dia-projector en neem ik zelf de rol van kopieermachine over. Ook hier kan toeval optreden en zo ontstaat weer nieuwe informatie.’
Michel van der Sluis (1972 Arnhem, afgestudeerd 1996 aan de Hogeschool voor de Kunsten in Arnhem)