GUY BAHIR, LESLIE KAMPS, ERIK SEP & TJALLINK VISSER
GUY BAHIR, LESLIE KAMPS, ERIK SEP & TJALLINK VISSER
1 maart t/m 29 maart 2003
Bij deze tentoonstelling staat de herwaardering van alledaagse materialen centraal. Deze materialen bezitten een ambivalentie: ze zijn onbeduidend, niet meer nodig, tweedehands en ontsnappen aan de aandacht van de toeschouwer. toch vervullen ze binnen deze tentoonstelling een actieve rol in een nieuw gecreëerd kunstwerk. ongewone combinaties treden op; zo krijgt puin, bakstenen, oud ijzer, sloophout, elektrische apparaten een nieuw leven ingeblazen. de toevoeging van geluid accentueert dit bij enkele werken. Kamps, Bahir, Sep & Visser zullen dit in hun installaties, ieder op eigen wijze, in de verschillende ruimtes van Sign realiseren.
Guy Bahir
arrangement met bed, geluid, platenspeler/ foto’s & sloophout/ arrangement stenen, foto’s, knopen/ compositie “Haifa 1999” / “Lace” muur van bakstenen/ arrangement met bed, monitoren, haardvuur.
Leslie Kamps
video “Eentien” en installatie “Het Radiobeeld”.
Tjallink Visser & Erik Sep
installaties (met regen)
Guy Bahir
Was born 06/11/1970 in Haifa, Israel. He spent 1978-1981 in Genoa, Italy where he learned English and became aware of the possibility that there is a world surrounding his native country, an opinion that made his life upon returning quite difficult.
He spent the following years in the fringe of Israeli society, having problems with one system after the other and doing various things that had nothing whatsoever to do with visual arts (but made his life interesting nonetheless) and writing a lot.
In 1998 he got accepted into the Gerrit Rietveld Academy in Amsterdam, Holland, and Graduated the Free Media Dept. in 2002. He is now with the Fine Arts Dept. of the Sandberg Institute In Amsterdam, Holland.
When not in the studio he spends his time with comic-books, lousy movies, daydreaming, cooking, Internet, tons and tons of music, cinema, candy, literature, news, looking for junk on the streets, NBA, bad humor, science-fiction, 70’s Manga robots, religion, walking around aimlessly, the study of coffee, basic mysticism and sleeping.
Despite all evidence pointing to the contrary, he firmly insists on believing that he is of some importance to the universe, but doesn’t make too much of a fuss about it.
This is his first gallery exhibition, and we have it on good authority that he is very happy to be here.
In 2000, the Vrije-Richting Dept. of the GRA was approached and ‘commissioned’ to contribute ideas, concepts and art-pieces (alas, pre-destined never to be accepted; we got a nice, cheap trip to Berlin out of it, though; great city) to the committee in charge of renovating the Wibautstraat area in Amsterdam. My research and subsequent work on the subject took me in the direction of thinking about the concept of cities, and urban surroundings in general; as it sometimes happens, this particular assignment was a strong influence on all future works and my thought process in general. For, you see, my conclusion at the end of much philosophizing, was that cities are living, breathing, conscious organisms who are every bit as natural and a part of nature as any ocean, jungle or desert are; that if we listen, City will talk to us and lead us to where we need to be; that it is not people who control the city, but City itself who guides the people inhabiting it to do what needs to be done in order for them both to survive, and for that end will attract certain individuals and repulse others; that the relationship between the city and inhabitant is a symbiotic one, where both organisms (City and human) need eachother to live, prosper, and evolve. I will not go deeper into these notions (indeed, by now – convictions), except to say that the main change to my work, after these realizations, was to start relying on City to supply me with materials for my pieces. Where in the past the case would have been me saying “I need X” and going to buy X, now it’s me telling City “I need wood” and, soon enough, the city gives me it; or, in most cases, City telling me “Here’s some X (or Y, or Z, or ?. It doesn’t really matter anymore) for you, see if you can make something of it”. You can imagine that the latter allowed me to totally discard any pre-existing plans and sketches, and work on a much freer, more improvisational level based on what I find in the streets and junk-shops or simply don’t need anymore, and accumulate in my studio – combined, at times, with some mental-image starting point or another. The by-products of urban humanity’s existence are, for urbanature and the urbanaturalist what leaves, rocks, tree stumps, branches etc. are to a forest and Andy Goldsworthy… and, infact, just as biodegradable in their own way. Which, by default, translates into the theme for this exhibition; giving the remnants of urbanature and/or society a new lease on life, a renewed reason for existing, until the piece inevitably dies again and is – once more – reprocessed into something befitting its new state. In a world where it sometimes feels like everything has been said and done a million million times, one can’t help but recycle; ideas, words, actions, thoughts, feelings, philosophies, emotions, memories, statements… and certainly materials, influences, culture, life-ingredients. Hopefully, one can somehow inject a modicum of individuality and – dare I say it – originality, into this endless reprocessing of everything, that constitutes life in the early 21st century.
Leslie Kamp
Het radiobeeld
“In Sign wil ik een installatie tonen van 15-20 wekkerradio’s, ingepakt in witte tape met blauwe lampjes erop. De radio’s worden telkens aan en uitgeschakeld, waardoor verschillende soorten ruis, flarden muziek en gesprekken te horen zijn. De snoeren en stekkers, waarmee de radio’s verbonden zijn, vormen een netwerk. Het geheel komt in de ruimte te hangen.
Ik houd ik mij vooral bezig met systemen en de verstoringen ervan. Dit kunnen tastbare, maar ook psychologische en sociale systemen zijn.
Het werk heeft vooral verband met sociale systemen. Zoals mensen daarbinnen verbonden zijn, zo gaan de radio’s hier relaties met elkaar aan. Sommige zoeken elkaar op, andere zijn wat meer op zichzelf. Het werk zegt dan ook iets over groepsgevoel, individualiteit en communicatie.”
Tjallink Visser & Erik Sep
“De niet bedachte samenwerking: de ontstane constructie tussen twee subversieve persoonlijkheden die wars van bijkomende problemen elkaars wereld binnenstappen (ongevraagd!).
Vervolgens wordt door beiden geaccepteerd en dringt na enige tijd het besef door tot elkaar veroordeeld te zijn. Het is een sprong in het diepe, nergens wetend waar het ophoudt. (overigens willen we dat ook niet weten.)
er is geen aanwijsbaar begin, net zomin als een einde; het is het hier en nu waarin de werkmentaliteit broeit. we staan er nu eenmaal, dus los het maar op.
Het werk neemt zijn betekenis door de specifieke wijze waarop ht tot stand komt in een bepaalde situatie. Dit kan dus overal plaatsvinden, maar is nooit los te zien van de context waarbinnen dit gebeurt.
Overgeleverd aan de gesteldheid van de plek bouwen wij er lustig op los; het bouwen van nieuwe werelden is een metafoor geworden voor onze houding ten opzichte van het leven, de samenleving en de rol van de kunst hierin. Het bewust vermijden van een vooraf te bepalen einddoel is hierin cruciaal. Namelijk, een einddoel bestaat voor ons niet, het proces zou je kunnen opvatten als doel op zich. Het proces als zodanig beklijft.
Uit het proces ontstaan niet te bedenken of te bepalen verbanden tussen plaats, gebeurtenis, maatvoering en tijd. Kijken, redeneren en beleven vallen samen in een moment…”