CHICKFLICK Josine Siderius & Wendela Loman
CHICKFLICK
Josine Siderius & Wendela Loman
Expositie 12 t/m 22 oktober 2006
Opening donderdag 12 oktober
Performance van Josine Siderius: “Why female artsist shouldn’t have to get naked anymore” om 20.15 uur
Siderius en Loman werken beiden met het medium video, in de vorm van ruimtelijke installaties. De uiteenlopende wijze waarop zij dit binnen hun eigen werk toepassen inspireerde hen tot een samenwerking. In Sign zal naast hun eigen werk het resultaat daarvan te zien zijn. Josine Siderius is juni 2006 afgestudeerd aan Academie Minerva te Groningen en Wendela Loman studeert aan Academie Minerva te Groningen (eindexamenjaar).
In de performatieve video’s van Josine Siderius (1981) treedt zij altijd alleen op. Deze beelden worden vervolgens getoond binnen installaties waardoor een bredere interpretatie van het werk mogelijk wordt. Het werk speelt met de inzet van het vrouwelijk lichaam in de performance kunst. Door deze in verschillende kanalen te laten zien worden ook de verschillende rollen van het lichaam van ‘de performancekunstenaar’ zichtbaar. In de tentoonstelling CHICKFLICK speelt Siderius met het gegeven van de vrouwelijke feministische performancekunstenaars die in de jaren ’60 in hun werk vaak als statement naakt optraden. Het toont een verschil in de inzet en de rol van het vrouwelijk naakt toen, ten opzichte van vrouwelijk naakt anno 2006. Is naakt nog een feministisch ideaal of inmiddels slechts een conceptuele consequentie? Tijdens de opening op donderdag 12 oktober a.s. zal de performance van Josine Siderius onder de titel “Why female artsist shouldn’t have to get naked anymore” twee keer plaatsvinden op de volgende tijdstippen (wees s.v.p. op tijd): 20.15 uur.
Wendela Loman (1981), (eindexamenjaar Academie Minerva, Groningen ‘nieuwe media’ ) toont in Sign enkele recent ontwikkelde multimedia installaties. Deze installaties bezitten minimalistische en sculpturale eigenschappen waarin beeldanalyse en esthetische waarneming samenkomen. In haar werk onderzoekt ze de relatie tussen abstractie en realiteit van televisie. Loman laat deze abstractie zien, door het televisie beeld terug te brengen naar haar kleinste relevante eenheid; De pixel als lichtbron. De pixel wordt in haar meest universele vorm getoond in tegenstelling tot de normale functie die een pixel heeft, het creëren van een totale illusie in samenwerking met andere pixels. Door het tonen van hun specifieke context en afkomst laat Loman zien dat ze wel degelijk context bepalend zijn en niet zo universeel en abstract als ze lijken. In ander werk gebruikt Loman de TV puur als lichtbron. Door de televisie te laten veranderen van licht, kleur en perspectief probeert ze de beschouwer in eenzelfde staat van alertheid als tijdens het tv kijken te krijgen.