BARBARA GULDENAAR
BARBARA GULDENAAR
10 april t/m 8 mei 1999
sculpturen, schilderijen, tekeningen, schaduwspel
De tentoonstelling van Barbara Guldenaar (1971, Krommenie) is projectmatig van opzet en geeft een beeld van een veelzijdig kunstenaar. de expositie toont kleine schilderijen, levensgrote tekeningen, wolsculpturen en een schaduwspel. De wolsculpturen en de tekeningen dwingen je met je lichaam te kijken. Guldenaar lijkt zich te laten leiden door lichamelijke intuïtie. De tekeningen van mensfiguren refereren aan het geheugen van het lichaam, door dragen, zweven of liggen te verbeelden. Een lange dichtgenaaide jurk en een brancard doen hetzelfde. De schilderijen met eenzame objecten daarentegen brengen een gevoel van lichaamloosheid teweeg, wat versterkt wordt door het kleine formaat. Naast deze werken is ook een schaduwspel te zien, dat een verbindend element lijkt te zijn binnen de tentoonstelling. De duisternis laat het lichaam van de kijker verdwijnen en creëert een wereld waarin de ‘Guldenaar objecten’ een nieuwe rol spelen. Deze herhaling werkt als een echo en versterkt het beeld dat van de tentoonstelling achterblijft.
Opstelling: baren, tekeningen, schilderijen, stofsculpturen en een schaduwspel.
De baar
een architectonische vorm, hard en strak, een ondersteunende constructie. Een gat in de bovenkant en twee open sleuven aan weerszijden geeft een mogelijkheid voor luchtstromen vrij te bewegen.Het object is gemaakt van MDF, een plaatmateriaal uit de meubelbouw. Gelakt op e punten waar aanraking met een vochtige vloer mogelijk is. de plaatsen waar lucht langs glijdt zijn ongelakt gelaten.
4 grote tekeningen op papier, krijt en acryl, 185 x 75 cm.
IJle contouren van een lichaam, zweven, liggen en dragen
10 kleine schilderijtjes, acryl op doek, 20 x 30 cm.
Notities van kijken, sprekende vormen uit het verleden noteren, verzamelen en rangschikken, als een alfabet om nieuwe gedichten te kunnen schrijven. De vormen neem ik mee naar huis, na lange zwerftochten door archeologische musea. Deze vondsten combineer ik met kunsthistorische feiten en persoonlijke vertellingen. de gedichten vertellen over zweven, grond en het wel en niet aanwezig zijn van een menselijk lichaam.
De jurk
Een lichte verschijning van wit katoen, stevig gemaakt met een oplossing van stijfsel in water. Lucht vult de vorm en maakt het stijfsel als een harde mantel. de jurk als een spook van plafond tot de bodem van de kelder. Kraakhelder.
De wollen zakken
de wollen zakken bieden bescherming en warmte; de wollen dekens die het basismateriaal zijn van deze zakken behouden de isolerende en omhullende kwaliteit. ze bieden onderdak aan intieme vertellingen, zoals huilen, verzorgen, schuilen en verbergen. De wol is op de grond gesitueerd, dit contact met de rond geeft de wol zwaarte en laat de kijker contact maken met zijn eigen intieme verhalen.
schaduwspel
Alleen een dunne plek van de vorm blijft achter, de papiervormen zweven en vangen af en toe een straal licht op van de 15 watt peer die de ruimte spaarzaam verlicht. De figuren laten een zacht schijnsel achter op de muren, dit schijnsel is amorf van vorm zolang er beweging in de ruimte is. mensen in en uit laten de lucht bewegen.
De Plinten
Kleine donkere ruimten op de plek van een plint, permanente schaduwplek. Een schuilplaats voor muizen en stof. Plinten vormen de overgang tussen horizontaal en verticaal, tussen vloer en muur.
Poef met gat
Een architectonische vorm om een gat heen. Een poef van molton gevuld met gesneden matras, molton absorbeert vocht en isoleert warmte. De tunnel naar binnen geeft toegang tot het binnenwerk van de poef. Het is een vrije in- en uitgang voor een vochtige luchtstroom. Aan een restje molton zie ik een labeltje hangen met de naam van mijn oma.
Barbara Guldenaar